Rasstandaard en interpretatie
De rasstandaard is volgens de FCI (rasgroep 3, No. 4). De toelichting is gebaseerd op een vertaling uit “The Cairn Terrier” (popular dogs) van Beynon, Fisher, Wison en Proudlock (overgenomen uit: “Cairn Terriers in Nederland, 1986-1990; jubileumboek ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van de Nederlandse Cairn Terrier Club”) maar op een aantal punten aangepast aan de hand van ontwikkelingen in het ras hetgeen een betere afspiegeling is van de toestand waarin het ras thans verkeert. De tekeningen zijn van Maud Montgomery-Bjurhult.
Algemeen voorkomen
Levendig, oplettend, met een natuurlijk voorkomen van een werkende hond. Moet goed over de voorbenen staan. Sterke achterhand. Diep in ribben, zeer vrij gangwerk, een weerbestendige vacht.
Toelichting: In de eerste alinea zijn de kenmerken op een andere manier uitgedrukt, doch als we “natuurlijk voorkomen” lezen, moeten we ons verstand gebruiken. Natuurlijk voorkomen wil niet zeggen onverzorgd, slordig of verwaarloosd. Het betekent dat de Cairn niet zo overdreven getoiletteerd moet worden als sommige andere terrierrassen, die er uitzien als levende porseleinen beeldjes.
Goed over de voorbenen staan wil zeggen dat de voorbenen bij het gaan goed naar voren reiken en dat de achterbenen een sterke stuwing tonen, als de Cairn in draf gaat. Achter of naast de hond staande moet men de voetzolen van zowel voor- als achterbenen goed kunnen zien bij het afwikkelen van de stap.
De verwijzing naar het hoofd (zie ‘hoofd en schedel’) is duidelijk bedoeld om elke overdrijving te veroordelen van dit zeer belangrijke onderdeel in het algemeen voorkomen van de Cairn. Er mag geen sprake zijn van grofheid in het hoofd en van een overmatige lengte van het hele hoofd of van de voorsnuit.
Er zijn mensen die een Cairn beschrijven als een vosachtige verschijning. De schrijver (van het boek “The Cairn Terrier”) kan dit niet accepteren als een goede omschrijving van de Cairn, wiens proporties en uiterlijk, in zijn opinie, zeer verschillend zijn van “Reintje de Vos”. Van hem kan men niet zeggen dat hij eigenschappen bezit als moedig en vrolijk. In de vos zie ik meer het sluwe en het heimelijke.
Toelichting: Dit wil zeggen dat de Cairn in het dagelijks leven, maar vooral in de showring, de indruk moet wekken overal plezier in te hebben. Hij moet zijn staart zo niet rechtop, dan toch teminste hoger dan horizontaal dragen, echter nooit over de rug gebogen.Kenmerken
Moet de indruk maken actief, sportief en gehard te zijn.
Temperament
Onbevreesd en vrolijk van aard. Zelfbewust maar niet agressief.
Hoofd en schedel
Hoofd klein, maar in verhouding tot het lichaam. Schedel breed; een duidelijke inzinking tussen de ogen met een uitgesproken stop. Voorsnuit krachtig, kaken sterk maar niet lang of zwaar. Zwarte neus. Hoofd goed behaard.
Toelichting: Hier is de omschrijving van de ontwikkeling van de schedel rond de ogen misschien niet duidelijk. Hoewel er een deuk loopt van tussen de ogen naar de schedel is het werkelijk belangrijke de aanwezigheid van een duidelijke stop. De stop is een korte verhoging in de beenderstructuur die de voorsnuit met de schedel verbindt. Deze verhoging mag niet zodanig doorlopen dat er een zogenaamd appelhoofd ontstaat, maar dat er een lichte afronding naar het achterhoofd is.
De zinsnede “sterke kaken”, die noch ondervoor, noch bovenover mogen bijten, zou misleidend kunnen zijn. Men zou kunnen aannemen dat de boven- en ondertanden met de punten op elkaar mogen staan. De juiste stand van het gebit beschrijft men echter het beste als scharend, dat wil zeggen de tanden van de onderkaak passen gelijkmatig en zonder ruimte achter de tanden van de bovenkaak (zie “gebit”).
Ogen
Wijd uit elkaar staand, middelmatig groot, donker hazelnootkleurig. Iets diepliggend met ruige wenkbrauwen.
Toelichting: Hier kan weinig worden toegevoegd aan de standaard, behalve misschien nogmaals de nadruk op de kleur van de ogen. Sommige keurmeesters geven aan een zwart oog de voorkeur. Een zwart oog doet echter af aan de expressie van de Cairn.
Oren
Klein, puntig, goed rechtop gedragen, niet te dicht bij elkaar staand, noch zwaar behaard.
Toelichting: De juiste plaatsing van de oren is zeer belangrijk voor de vorm van het hoofd. Oren die te dicht bij elkaar staan, teveel naar voren of naar achteren worden gedragen, bederven het totaalbeeld van het hoofd. Het is lastig een goede omschrijving van de correcte plaatsing van de oren te geven, maar met één blik op een hoofd met goed geplaatste oren en een andere blik op een hoofd met niet goed geplaatste oren zal het duidelijk zijn.
vlnr: oren correct, te wijd, te dicht bij elkaar |
Gebit
Grote tanden. Sterke kaken met een perfect, regelmatig en compleet schaargebit, dat wil zeggen dat de bovensnijtanden nauw over de ondersnijtanden sluiten. De tanden staan recht in de kaken.
Toelichting: Voor een jagende hond is het gebit zeer belangrijk. In het verleden is er een neiging naar kleine tanden bij de Cairn geweest. Gelukkig wordt dit minder, doch voorzichtigheid blijft geboden daar dit soort zaken de neiging heeft steeds weer terug te keren.
Dit is het juiste moment om te vermelden dat een volwassen hond, van welk ras dan ook, 42 gebitselementen moet hebben, als volgt verdeeld: 6 snijtanden in elke kaak, 2 hoektanden, 4 premolaren in iedere kant van de boven- en onderkaak, 2 molaren in iedere kant van de bovenkaak en 3 molaren in iedere kant van de onderkaak. De positie van deze tanden, beginnend vanaf achter in de kaak is: molaren, premolaren, hoektanden en snijtanden.
Deze aantallen zijn zo precies aangegeven omdat er Cairns geshowd worden met een onvolledig gebit. Ofschoon de standaard het aantal tanden niet vermeld, heeft blijkbaar de natuur het aantal gebitselementen als boven aangegeven zo bedoeld. Er zijn keurmeesters die een niet volledig gebit als een fout beschouwen, evenwel niet als een ernstige.
Hals
Goed aangezet, niet kort.
Voorhand
Schuingeplaatste schouders, middelmatige beenlengte, goed maar niet te zwaar bot. De voorbenen mogen nooit uit de ellebogen staan. De benen zijn bedekt met hard haar.
vlnr: correct recht front, staat uit de ellebogen, twee niet correcte fronten |
Lichaam
Rechte rug, middelmatig van lengte. Goed gebogen, diepe ribben. Sterke, soepele lendenen.
Toelichting: Hals, voorhand en lichaam kunnen als één geheel worden beschouwd, daar zij alle de lichaamsbouw omvatten. Ofschoon het moeilijk is de betekenis van het woord te omschrijven, is het belangrijkste punt van de bouw van de Cairn Terrier “medium”. Dit betekent dat de Cairn goed geproportioneerd en in balans moet zijn, zonder overdrijving in welk onderdeel dan ook. De schouders moeten schuin liggen om twee redenen. De eerste, en belangrijkste, reden is dat de schuine schouder de voorbenen vrijheid van beweging geeft. De tweede reden is dat de borstkas van de Cairn niet rust op de voorbenen maar is geplaatst tussen de voorbenen, zodat met de diepe ribben, die noodzakelijk zijn, de welving van de krachtige, rechte voorbenen naar die van de schouders wordt aangevuld.
vlnr: correcte lichaamslengte, te lang, te kort |
juiste lengte-hoogte verhoudingen |
Achterhand
Zeer sterke, goed bespierde dijen. Een goede, maar niet overdreven kniehoeking. Spronggewicht goed laag geplaatst, draait van achter gezien noch naar binnen, noch naar buiten.
Toelichting: De noodzaak van een sterke achterhand is, het oorspronkelijke werkterrein van de Cairn in aanmerking genomen, voor de hand liggend. Een krachtige achterhand is alleen mogelijk door een goede bespiering, gekoppeld aan een goed gehoekt kniegewricht. Steile kniegewrichten zijn een teken van zwakte en moeten streng worden afgekeurd, los van het feit dat een Cairn met steile kniegewrichten nooit kan lopen, zoals het een Cairn betaamt.
De voorbenen staan iets wijder dan de achterbenen, maar tijdens het gaan moeten beide in een rechte lijn naar voren bewegen en mogen noch naar binnen, noch naar buiten uitzwaaien. Vaak bewegen veel Cairns (vooral jonge honden) zich met een naar buiten zwaaiende beweging van de voorpoten.
vlnr: correcte hoeking, te lange hak, te weinig hoeking in kniegewricht, overhoekt |
Voeten
Voorvoeten groter dan achtervoeten. Voorvoeten mogen iets naar buiten staan. Voetkussens dik en sterk. Dunne of smalle voeten, of spreidvoeten en lange nagels zijn zeer verwerpelijk.
vlnr: correcte staartaanzet, te vrolijk gedragen, lage staartaanzet |
Staart
Kort, in balans, goed behaard, maar niet bevederd. Noch hoog, noch laag aangezet. Vrolijk gedragen maar niet over de rug gebogen.
Gangwerk
Een zeer vrije en vloeiende pas. De voorbenen reiken goed naar voren. De achterbenen zorgen voor een voortstuwende kracht. De hakken zijn noch te dicht bij elkaar geplaatst, noch te wijd uiteen.
Vacht
Zeer belangrijk. Weerbestendig. Moet een dubbele vacht zijn met een overvloedige harde, maar niet grove bovenvacht. Onderhaar kort, zacht en dicht. Een open vacht is verkeerd. Een licht golven is toegestaan.
Toelichting: Zoals in de standaard vermeld staat, is deze zeer belangrijk. Er valt niet veel aan de beschrijving toe te voegen, behalve dat de Cairn gezegend is, of hoort te zijn, met een vacht, die tot de gemakkelijkste behoort om in conditie te houden.
vlnr: correct getrimd voor de show, ongetrimd |
Kleur
Crème, tarwekleurig, rood, grijs of bijna zwart. Gestroomd is bij al deze kleuren geoorloofd. Niet effen zwart of wit ,of zwart met bruine aftekening. Donkere punten, zoals oren en snuit, zijn zeer typisch.
Toelichting: Men kan veilig stellen dat de enige kleuren waaraan iemand aanstoot zou kunnen nemen wit, helemaal zwart en “black and tan” (zwart met bruine aftekening) zijn. Uiteraard moet de kleur, wat die dan ook zijn moge, egaal verdeeld zijn over het lichaam en er mogen geen plekken met een afwijkende kleur voorkomen.
Maat
Ongeveer 28-31 cm (11-12 inches) schouderhoogte, maar in verhouding tot het gewicht. Ideaal is 6-7½ kg (14-16 lbs).
Toelichting: In de afgelopen tientallen jaren heeft de Cairn Terrier wel wat veranderingen ondergaan in maat en gewicht, mede gezien de betere voeding en betere leefomstandigheden. Daarbij moet worden gedacht aan aan de verbetering van de algehele constructie, o.a. de verlenging van de pijpbeenderen evenals een sterkere botstructuur. Bij een maat van ongeveer 28-31 cm schouderhoogte is de gewenste verhouding in het lichaamsgewicht (ideaal 6-7½ kg volgens de standaard) niet meer van deze tijd. Realistischer zou zijn 7-8½ kg in verhouding tot de maat.
Fouten
Iedere afwijking van bovenstaande punten moeten als een fout worden gezien en de ernst van de fout moet precies in verhouding staan tot de mate daarvan en het effect hiervan op de gezondheid en het welzijn van de hond. Elke hond die duidelijke geestelijke of gedragsafwijkingen vertoont, zal worden gediskwalificeerd.
Aantekening
Reuen moeten twee kennelijk normale testikels hebben, die volledig ingedaald zijn in het scrotum.